Coronajaar 2020 stond helaas ook in het teken van annuleringen. Veel evenementen konden niet doorgaan. Ook voor de Waterscouts was het lange tijd onzeker of het Zomerkamp wel door kon gaan. Zeker met een ingekort opkomstenseizoen zou het zomerkamp nog een mooie afsluiting van een Scouting-seizoen kunnen betekenen. En toen was het hoge woord eruit: onder de voorwaarde dat je een “Kampbubbel” zou inrichten – wat inhield dat je zoveel mogelijk contact met de buitenwereld moest vermijden – mocht je op kamp. Yes! We mochten op kamp!

Tijd om in te halen wat we al die tijd hadden gemist: tijdens kamp zouden we alle evenementen inhalen die in Nederland het afgelopen jaar zijn afgelast. Dus werden de boten in een rap tempo ingeladen werd koers gezet naar de Kagerplassen, traditioneel onze stek in de zomerweek.  Om de 12 Waterscouts in het gareel te houden, waren Naast Jurjen, Tom en Alexander, ook Paula en Renske van de partij.

Op maandag moest Jurjen wegens omstandigheden het kamp verlaten. Halverwege terugkeren zat er helaas door de Kampbubbel niet in. Zuur natuurlijk, des te meer omdat de kamp-Toko een trouwe klant van de zure matten was kwijtgeraakt! Voor ons werd het natuurlijk de dagen erna even door de zure mat appel heen bijten…

Lang zuur blijven kijken kon niet, want het was tijd om te hamsteren (*enter Irma Sluis*)! Bij verschillende posten moesten de Waterscouts zo veel mogelijk bij elkaar…hamsteren, waarbij Wc-papier natuurlijk het allerbelangrijkst en daarmee het duurste was!

De Kampbubbel had gevolgen voor het programma op kamp. De traditionele hike werd dit jaar niet varend gedaan, maar lopend gedaan. Ook op een andere plek dan het kampterrein (en dus de Leiding) overnachten zat er dit jaar helaas niet. Maar belangrijker nog, het passagieren in de binnenstad van Leiden kon niet doorgaan! Dat moet de Jamin gemerkt hebben… Dus draaide de kamptoko overuren, en kon zo nog een aantal zure matten aan de Waterscouts slijten.

Hoewel Neptunus dit jaar in Atlantis in thuisisolatie zat, liet zijn zoon Aeolus (da’s de god van de wind) zich wel zien. Op dinsdagavond en woensdag heerste hij over het kampterrein. Dinsdagavond waren de waterscouts druk in de weer om te tentharingen nog een keertje goed in de grond te stampen en extra scheerlijnen aan te brengen. Hoewel alle tenten ’s nachts onheilspellend aan het klapperen waren, bleven ze gelukkig overeind. Alleen de kooktent had iets minder geluk: een tentstok scheurde dwars door het tentdoek heen…

Een week vol spanning en sensatie dus. Moe, vies, de zure matten op, voeren de Waterscouts weer terug naar de bewoonde wereld. Weg uit de kampbubbel en op weg naar de Bubble-Shampoo.